Devotie van de vijf eerste zaterdagen

Een devotie die bijzonder verbonden is met die van het Onbevlekt Hart van Maria is die van de eerste vijf zaterdagen. Deze devotie gaat terug op een verschijning van Jezus en Maria aan Lucia (een van de zieners van de verschijningen) te Fátima.

Toen Maria dus in 1925 in Pontevedra verscheen zag Lucia haar op een wolk van licht met het Jezuskind aan haar zijde. Maria legde haar hand op de schouder van Lucia en hield in haar andere hand een met doornen gekroond Hart. Tegelijkertijd zei het Jezuskind: ‘Heb medelijden met het Hart van je Allerheiligste Moeder dat bedekt is met doornen waarmee ondankbare mensen het ieder ogenblik doorboren met godslasteringen en ondankbaarheid’[1] Daarna zei Maria tot Lucia: ‘Zie, mijn dochter, zie mijn Hart omgeven van doornen, door de mensen onophoudelijk gekwetst. Troost jij mij ten minste en maak mijn belofte bekend: Ik zal allen die gedurende vijf maanden achtereen op de eerste zaterdag (van de maand) biechten, de H. Communie ontvangen, de rozenkrans bidden en mijn 15 minuten gezelschap houden om de 15 mysteries van de rozenkrans te overwegen, met de bedoeling mij te troosten, in het uur van hun dood bijstaan met de nodige genaden voor de redding van hun zielen.’